Op dit moment word er hard gewerkt aan de renovatie van het JK-gebouw op de Roeterseilandcampus (REC) van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Het JK-gebouw is een oud laboratorium dat nu dient als lesgebouw. Voor veel studenten is niet erg aantrekkelijk om daar te studeren. Na de renovatie is het de bedoeling dat het een plek is waar studenten graag heen gaan om les te krijgen of te studeren. Dit laatste zal voornamelijk gaan gebeuren in de nieuwe co-creatie ruimte die door de projectgroep REC-Impact ontworpen gaat worden. De bedoeling van deze ruimte is het bevorderen van samenwerking tussen studenten zelf en tussen studenten en opdrachtgevers van buiten de UvA. Daarnaast zal het het tekort aan samenwerkingsruimtes op de UvA kunnen verminderen. Met een groeiend aantal studenten en een nu al te klein aanbod aan samenwerkingsruimtes is dit hard nodig. Om een ruimte te creëren waar studenten graag heen gaan, heeft REC-Impact ons gevraagd om het studentenpersepctief op zo'n ruimte te onderzoeken. Op die manier hopen zij studenten een goed functionerende samenwerkingsruimte te kunnen geven. Hoe wij dit onderzocht hebben zal hieronder worden toegelicht.
Dataverzameling & Analyse
De behoeftes van studenten zijn op drie manieren onderzocht:
1. Als eerste hebben wij observaties gedaan naar samenwerkingsruimtes op verschillende UvA-locaties en externe werkplekken. Voorbeelden hiervan zijn de JK Pop-Up Learning Space op het REC, Humanities Lab op de Oudemanhuispoort (afbeelding 1), Start-Up Village op Science Park en de UB-Singel. Als externe werkplek hebben wij de flexplekken van Spaces (afbeelding 2) bezocht. Daar hebben we gezien hoe verschillende ruimtes een balans vinden tussen aan de ene kant de gezelligheid en andere kant de werksfeer.
2. De tweede methode die gebrukt is, is het afnemen van interviews. We hebben studenten van de verschillende faculteiten op de Roeterseilandcampus geïnterviewd. Aan hen hebben we gevraagd wat zij belangrijk vinden in een samenwerkingsruimte en waarom zij dit vinden. Ook hebben we vragen gesteld over hoe zij de campus nu ervaren.
3. Als tweede methode hebben wij gebruik gemaakt van posters. Er zijn twee soorten posters opgehangen op het Roeterseiland: één van de posters is een plattegrond van het REC waarop studenten met punaises aan konden geven waar zij het meest studeren (afbeelding 3). De gedachte hierachter was dat er daardoor kon worden gekeken naar de overeenkomsten tussen de plekken waar het meeste gestudeerd wordt. Zo konden onderbewuste behoeftes van studenten ook ontdekt worden. Op de tweede poster konden studenten hun behoeftes opschrijven bij de vraag: Wat vind je belangrijk aan een samenwerkingsruimte? Op die manier konden studenten van alle faculteiten op het REC hun mening geven. Er kan daarmee een ruimte worden gecreërd voor elke student op de campus.
De resultaten die uit deze poster naar voren kwamen komen sterk overeen met die van de interviews en worden daarom niet verder toegelicht.
De resultaten van al deze onderzoeksmethoden zijn in één overzichtelijke infographic samengevat. Dit is een pdf bestand waarin de probleemanalye tot zover kort weergegeven wordt. Klik hieronder om deze te bekijken.
De infographic is vervolgens gebruikt in de co-creatiesessies met studenten. In deze sessies hebben wij studenten op de hoogte gebracht van ons project en gevraagd of zij hier input voor wilden leveren. Wij hebben hun gevraagd welke dingen zij graag in een samenwerkingsruimte zouden zien en welke dingen absoluut niet. Dat laatste is erg waardevol, omdat er snel iets over het hoofd wordt gezien tijdens het ontwerpen waardoor het toch niet uitpakt zoals men wilt.
Naar aanleiding van alle verzamelde resultaten tot dan toe is er een prototype gemaakt in het programma Floorplanner (afbeelding 4). Dit is een digitaal programma waarin zelf ruimtes ontworpen kunnen worden. Op basis van dit ontwerp werd er een beeld geschetst van wat er wel en niet haalbaar is in een ruimte.
Om het ontwerp in de Floorplanner te testen is het zo goed mogelijk nagebouwd in het Maagdenhuis. Zo konden we het effect van de inrichting van de ruimte onderzoeken. Hier kregen studenten placemaking een hoorcollege en een werkgroep. Zij konden gebruik maken van verschillende faciliteiten in de ruimte, zoals statafels, een bankje, een semi-afgesloten werkhokje en bureaus met goede bureaustoelen. We hebben gekeken hoe zij zich in de ruimte bewogen en hebben hen vragen gesteld over hoe zij het gebruik van de ruimte ervaarden. Ook hieruit kwamen weer nieuwe inzichten naar voren.
Voor een meer levendige ervaring van ons project raden wij aan om de videographic te kijken! Hierin wordt in korte tijd duidelijk waaraan wij de afgelopen maanden gewerkt hebben.
Overdracht
Op basis van de verzamelde data hebben wij een paar hoofdpunten kunnen aanstippen om aan de opdrachtgever door te geven.
1.
Er is behoefte aan zowel stilte en privacy als aan huiselijke sfeer en open ruimtes. Probeer aan beide behoeftes te voldoen ondanks het feit dat zij tegenstrijdig zijn.
2.
Er is een bindende factor en aanspreekpunt nodig in de ruimte. Uit onze ervaring blijkt dat je een community manager nodig hebt om het gebruik van de ruimte in goede banen te leiden. Dit is iemand die als aanspreekpunt kan fungeren en de ruimte door en door kent. Op die manier kunnen problemen vanuit één centraal punt worden opgelost zonder dat de sfeer in de ruimte eronder lijdt.
3.
‘Little things do matter’: het laten slagen van een plek zit ook in het besteden van aandacht aan kleine elementen zoals comfortabele stoelen of de aanwezigheid van een beamer voor presentaties.
4.
Studenten vinden het fijn om zich af te kunnen zonderen in een ‘hoekje’. Dit faciliteert de ‘huiskamersfeer’ waar studenten behoefte aan hebben. Deze ‘hoekjes’ kunnen gecreëerd worden door met kasten- of een plantenmuur een deel van de ruimte af te scheiden.
5.
Een aantal andere dingen die veelgenoemd zijn voor in de ruimte zijn: licht, groen, warme kleuren, comfortabel meubilair, goed werkende wifi & stopcontacten en koffie & water voorzieningen.
Do's & Don'ts voor toekomstige placemakers
Blijf op verschillende manieren data verzamelen. Met verschillende manieren van data verzamelen krijg je toegang tot verschillende groepen studenten. Zo krijg je weer nieuwe perspectieven te pakken.
Neem zo snel mogelijk contact op met de stakeholders waar je mee te maken krijgt. Mensen in het universitaire leven hebben het vaak druk en het kan daardoor lastig zijn om snel een afspraak met ze te maken.
Stoppen met data verzamelen. Dataverzameling is een eeuwigdurend proces. Hoe langer je bezig blijft, hoe meer input je kan leveren aan je opdrachtgever.
Alleen focussen op de fysieke invulling. Probeer ook de sociale aspecten zoals workshops etc. mee te nemen.