Project fietsvermindering Bakkerstraat

Maxime over haar stageproject in de Bakkerstraat

Maxime Brans deed als student Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen ervaring op met de Placemaking-methode. Na haar afstuderen wilde ze doorleren en het volgen van een stage leek haar een goede mogelijkheid om zich te oriënteren en meer (werk)ervaring op te doen. Toen de vacature  voor de Placemaking-stage vrijkwam, leek dit de ideale start voor haar carrière: "Gewoon, om het werkveld beter te leren kennen".

Maxime werd onderdeel van het gebiedsteam van stadsdeel Centrum Oost. "De gemeente is enorm groot, alles heeft een bijnaam en je mailtjes worden eindeloos doorverwezen. Voor bewoners is dat nog lastiger. En daar zijn gebiedsmakelaars voor – zij zijn het gezicht van de gemeente voor ondernemers en bewoners."

Tijdens haar stage werkte Maxime aan een fietsopdracht nabij het Rembrandtplein. Vanwege het ontstaan van gevaarlijke situaties besloot de gemeente dat fietsers op bepaalde delen actief geweerd moeten worden, voorbeelden hiervan zijn de Reguliersbreestraat en Bakkerstraat. Maxime vertelt: "Ik kwam er al snel achter dat mensen moeten wennen aan de Placemaking-aanpak: creatief, open en niet top-down. Ondernemers kaartten het probleem aan en waren het echt beu. Als Placemaking dit kon oplossen, zou dat perfect zijn!"
 

Aanpak

Maxime's eerste poging was het aanspreken van fietsers op straat. Dit mislukte. Poging twee begon met het benaderen van lokale ondernemers. Dit lukte beter al werkte niet alle participanten even goed mee. De georganiseerde co-creatiesessie had een kleine opkomst, maar via participatie-events verzamelde ze relevante input. Met het verzamelde materiaal stelde ze een lijst met mogelijke maatregelen op. Ze legt uit hoe ze te werk ging: "Schrap onrealistische suggesties en ga in gesprek tot het binnen het gemeentelijke kader past."

Beperkingen waren er genoeg. Zo botst een nieuwe fietsstraat met de GVB-route. Toch wist ze een aantal maatregelen voor te stellen, waarvan het openstellen van een ventweg voor tweerichtingsverkeer het meest kansrijk lijkt. "Nu mijn stage is afgelopen hoop ik dat het iets opgeleverd. Ik ben al trots op het proces, en nog trotser als het daadwerkelijk lukt." De uiteindelijke beslissing ligt bij het dagelijks bestuur. "Ik heb meegegeven dat ik heel graag wil dat het lukt. Het is aan mij om te beargumenteren."