Het JK-gebouw op de Roeterseilandcampus heeft een negatief imago gekregen door de jaren heen. Het voormalige natuurkunde lab wordt veelal omschreven als ‘donker’, ‘verouderd’ en ‘onduidelijk’. Het is tevens een gebouw met een tekort aan faciliteiten. Zo gaan studenten er wel heen voor een werkgroep of hoorcollege, maar niet om te studeren. De waardering van een plek heeft direct invloed op de kwaliteit van een plek (Carmona, 2018). Waar de kwaliteit van een plek hoger wordt, neem de waarde die gebruikers eraan hechten ook toe (Carmona, 2018). Een toename van de kwaliteit van een plek beïnvloedt het welzijn van gebruikers en heeft verreikende implicaties voor de economische en sociale waardes van een plek (Carmona, 2018; LeGates & Stout, 2011). De waarde die men aan een plek hecht noemen we ook wel ‘’sense of place’’ (Campelo et al, 2014; Kovács & Musterd, 2013; Reijndorp & Reijnders, 2010). Het gaat hierbij om een emotionele bintenis aan een plek. Als deze bintenis zeer sterk is spreken we van een genius loci, een plek met een ziel (Kovács & Musterd, 2013). Bij volledige afwezigheid hiervan spreken we van ‘’placelessness’’ en is er een tekort aan bintenis tussen de verschillende gebruikers van een plek en een gebrek aan bintenis voor het individu met een plek (Campelo et al, 2014; Kovács & Musterd, 2013).
Analyse
Het is dus belangrijk dat studenten de nieuwe valorisatievloer gaan waarderen. Het moet een innovatieve plek worden, die verschillende faciliteiten beschikbaar stelt voor de gebruikers. De lage waardering en het tekort aan faciliteiten maken het JK-gebouw tezamen tot een disfunctioneel gebouw en dat terwijl de REC campus hard op zoek is naar extra studieruimtes. Het disfunctionele karakter van het JK gebouw is een probleem omdat het leidt tot onbekendheid van het gebouw, een demotiverende omgeving en afname in gebruik, oftewel een gevoel van placelessness (Campelo et al, 2014; Kovács & Musterd, 2013).
De belangrijkste stakeholder binnen rebranding processen zijn de gebruikers, in dit geval studenten en docenten (Hansasooksin & Tontisirin, 2011; LeGates & Stout, 2011). Zij maken of breken het succes van de rebranding. Studenten en docenten zijn dan ook de sleutel in het doorbreken van het slechte imago van het JK-gebouw en vormen de sociale katalysator om de capaciteiten van het gerenoveerde JK-gebouw op de kaart te zetten (Reijndorp & Reijnders, 2010). Daarom hebben we om het vraagstuk te benaderen de betrokken actoren op een rij gezet: onze opdrachtgever, studenten, docenten en mogelijke stakeholders binnen en buiten de UvA. Voor hen is bekeken wat hun bewegingen zijn, hun agenda’s, hun behoeften en de context waarbinnen zij functioneren.
Om deze verschillende aspecten te onderzoeken hebben we gebruikgemaakt van verschillende methoden. We zijn begonnen met een middag buiten staan op de Roeterseilandcampus. Verschillende studenten zijn op een creatieve manier benaderd, door ze met stoepkrijt antwoord te laten geven op de vraag: ‘’What would you like to see in the JK building?’’. De grond werd een groot canvas met woorden en tekeningen van de wensen van de studenten in het renoveerde JK-gebouw. Soms leiden dit ook nog tot een interessant een-op-een gesprek, waaruit we meer diepere informatie haalden.
Verder hebben we een enquête opgesteld en rondgestuurd naar zowel stakeholders binnen de UvA als buiten de UvA, van mogelijke docenten tot maatschappelijke initiatieven die mogelijk een samenwerking aan kunnen gaan met het JK-gebouw. Als laatste hebben we twee interviews afgenomen met de huisvestingsmanagers Petra Schaap en Hinke Nijman. Petra Schaap is de huisvestingsmanager voor FMG (Faculteit Maatschappij en Gedrag) en Hinke Nijman de huisvestingsmanager voor EB (Faculteit Economie en Bedrijfskunde). We kregen van beide een meer kwantitatieve benadering van het vraagstuk, waarbij minder de focus lag op sense of place (Campelo et al, 2014), maar meer een focus op de rationele en materiële functionaliteiten van het gebouw.
Bevindingen
Uit deze enquêtes, interviews en stoepkrijt-sessie zijn de volgende resultaten gekomen:
Studenten
- Het JK-gebouw is geen gebouw waar studenten elkaar ontmoeten
- Er moet een duidelijkere bewegwijzering komen
- Betere horeca voorzieningen
- Meer zit/studieplekken
- Er is meer groen gewenst
- Behoefte aan meer creatieve invullingen
Docenten
- Behoeften aan samenwerkingsruimtes
- Willen gebruik maken van de valorisatie vloer met projecten
Externe samenwerkingen
- EdAptiv: geïnteresseerd in samenwerking; behoefte aan informele gespreksruimtes en stilteruimtes
- Urban Cycling Institute: geïnteresseerd in samenwerking; wel behoefte aan meer creativiteit in het ontwerp
- SeeMeBeMe: enthousiast; behoefte aan gesprek om functionaliteiten en mogelijkheden beter te begrijpen.
Huisvestingsmanagers
- Groot deel van valorisatie vloer wordt verhuurd aan bedrijven
- Commercieel resultaat moet geboekt worden: vier of vijf kantoren, dertig coworking plekken en event space beschikbaar voor verhuur met vaste of variabele contracten.
- Docenten of partners die gebruik willen maken van de valorisatie vloer moeten via BOL een aanwijzing krijgen om hier ingeroosterd te kunnen worden.
- De naam van het JK-gebouw wordt niet veranderd, de valorisatie vloer kan wel een naam krijgen.
Teaser CoLab
Voor de opdrachtgever hebben wij een teaser gemaakt waarmee CoLab gepromoot kan worden. De teaser kan ook gebruikt worden om potentiele bedrijven en organisaties een beeld te geven van de ruimte waar ze in zouden kunnen werken.
Co-creatie sessie
Nadat we veel mensen hebben gesproken en hier veel informatie uit hebben verzameld, zijn we verder gegaan met het dieper onderzoeken van deze informatie. Hierin hebben we de focus gelegd op de naam van de valorisatie vloer, de inrichting en programmering van deze ruimte en op de haalbaarheid van deze innovatieve ideeën.
Naam Studenten konden aan de hand van stickers hun voorkeurstem geven op RECHub, StartHub of CoLab. Hieruit was CoLab de winnaar. Het woord ‘lab’ kwam naar voren als een woord dat te maken heeft met academia, wat goed aansluit bij het JK-gebouw aangezien dit een oud natuurkunde lab is. We zullen daarom vanaf nu ook praten over ‘CoLab’.
Inrichting en programmering Bij branding hebben wij ideeën bedacht zoals: sociale media, rondleidingen, grote opening, video’s en foto’s, website maken. Denk bij inrichting aan: impactvolle verhalen tonen, veel groen, goede zitplekken, creatieve uitstraling. En bij programmering hebben we stagemogelijkheden bij start-ups, ted-talk achtige colleges en workshops over hoe je een startup moet beginnen bedacht. De belangrijkste drie ideeën voor de programmering hebben we nogmaals voorgelegd aan medestudenten. Uit de gesprekken die we hebben gevoerd kwam de conclusie dat een combinatie van stagemogelijkheden en Ted Talk-achtige colleges de meest geliefde programmering is binnen CoLab.
Prototype testen Aan de hand van onze bevindingen hebben we een prototype gebouwd en getest. Hiervoor hebben we een leegstaande ruimte in het JK-gebouw omgebouwd tot het ideale CoLab: groen, licht, fijne zitplekken. Voorafgaand hadden we het idee om dit geheel uit te werken, waarbij het totale ideale plaatje naar voren zou komen. Uiteindelijk moesten we dit idee iets afschalen, naar een kleinere ruimte met minder spullen en decoratie tot onze beschikking. Toen we deze plek zo goed mogelijk hadden ingericht, hebben we studenten en docenten verwelkomd. De reacties waren positief. We hebben een les gehouden in de ruimte voor het toekomstige vak ‘Changemaking’. De informele inrichting beviel veel studenten. Men vergat haast in het donkere, saaie JK-gebouw te zijn. We hebben onderdelen van deze sessie ook gefilmd en uiteindelijk nog een sferisch prototype gemaakt om te kunnen gebruiken als branding teaser video voor het CoLab.
Videographic
Zie hiernaast onze videographic!
Do's & Don'ts
Houd goed contact met je opdrachtgever om de verwachtingen uit te wisselen;
Hou het realistisch, je kunt heel veel goede plannen hebben maar kies het beste en focus je daar volledig op. Je kunt beter één ding succesvol uitvoeren dan vijf dingen half.
Onderschat niet het aantal respondenten waar je je op moet richten; dit kun je voorkomen door goed in kaart te brengen wie de betrokkenen zijn;
Wacht niet te lang met je co-creatie, hier komen de beste ideeën uit voor je prototype.
Literatuurlijst
Campelo, A., Aitken, R., Thyne, M., & Gnoth, J. (2014). Sense of place: The importance for destination branding. Journal of travel research, 53(2), 154-166.
Carmona, M. (2018). Place value: place quality and its impact on health, social, economic and environmental outcomes. Journal of Urban Design, 24(1), 1–48. https://doi.org/10.1080/13574809.2018.1472523
Hansasooksin, S. T., & Tontisirin, N. (2021). Placemaking as an urban development strategy for making the Pattaya Innovation District. Regional Science Policy & Practice, 13(6), 1930–1950. https://doi.org/10.1111/rsp3.12400
Kovács, Z., & Musterd, S. (2013). The Importance of Places and Place Branding. Place-making and Policies for Competitive Cities, 97–104. https://doi.org/10.1002/9781118554579.ch7
LeGates, & Stout, S. (2011). “‘What is Placemaking?’” In The City Reader (7de editie, pp. 558–562). Routledge.
Reijndorp, A., & Reijnders, L. (2010). Ruimte voor plaats Beelden en betekenissen. In De alledaagse en de geplande stad: over identiteit, plek en thuis (pp. 9–25). Amsterdam: SUN Trancity.