De Roetersstraat 15-23 is een levendig en druk gebied dat dagelijks door allerlei stakeholders gebruikt wordt. De komst van de UvA heeft ervoor gezorgd dat de straat, naast het normale verkeer, nog drukker is geworden. De VVE geeft aan dat de straat op dit moment onleefbaar is voor de straatgebruikers door een gemis aan verkeersveiligheid, groen en verbinding in de straat. De centrale vraag van ons project luidt: hoe transformeren we de Roetersstraat van een non-place tot een groene, veilige en sociaal verbonden publieke ruimte?
Onze partners Klaas en Adriaan zijn VVE lid- en voorzitter en zijn tevens buurtbewoners van de Roetersstraat. In het oorspronkelijk aangekaarte vraagstuk beschrijven zij de ontoegankelijkheid en het gemis aan groen in de straat. Hierbij werd verteld dat de focus gelegd kan worden op de ondernemingen, wat tot nu toe nog niet is gedaan. Hierop afgaand is er contact opgenomen met meerdere ondernemers van de Roetersstraat. Daarbij hebben gesprekken met andere straatgebruikers (buurtbewoners, ondernemers, werknemers, studenten en passanten) inzicht kunnen bieden in de ervaring die zij hebben met de Roetersstraat.
Wij nemen in dit placemakingproces de rol op ons om te zorgen voor een groene en verbindende Roetersstraat voor alle straatgebruikers. Tijdens het benaderen van de straatgebruikers verkrijgen wij zicht op hoe wij volgens hen de straat leefbaarder kunnen maken. Aan de hand van deze inzichten werken wij naar een duurzame interventie toe, weergegeven op deze websitepagina.
Locatieonderzoek & Analyse
Naar aanleiding van een gesprek met onze partner lag de aanvankelijke focus op de ondernemers. Uit de observaties en gesprekken met de ondernemingen bleek dat zij allen uiteenlopende problemen ervaarden in de straat, waardoor er weinig draagvlak was voor een collectieve interventie. Deze uitkomst leidde tot een noodzakelijke koerswijziging: we verlegden onze focus van ondernemers naar de bredere groep straatgebruikers. Tijdens het verdere locatieonderzoek vielen ons als eerst de ruimtelijke barrières op. De verhoogde stoepjes vormen fysieke drempels en zijn een voorbeeld van hoe ruimtelijke ordening vaak voortkomt uit beslissingen van hoger op, waarbij de gebruikers zelden betrokken worden en zij hierdoor last ervaren. Het onafgemaakte project van de stoepdrempels, leidt tot een afname in de toegankelijkheid van de straat.
Daarnaast werd de toegankelijkheid van de straat ook beperkt door het gebrek aan straatveiligheid. De autoweg neemt veel ruimte in ten opzichte van de stoep en het fietspad. Er leek weinig aandacht gegeven aan de straat als een place, maar meer als een doorstroomlocatie. Dit bleek ook uit het verdere locatie onderzoek. De gebruikers van de Roetersstraat ervaren de straat als een non-place; een plek die zij slechts gebruiken om naar hun volgende bestemming te komen. De oorzaak van dit ervaren gevoel hebben wij verder onderzocht tijdens de co-creatie.
Aan de hand van ons locatieonderzoek hebben wij een co-creatie sessie georganiseerd voor de straatgebruikers (studenten, werknemers, buurtbewoners en passanten) van de Roetersstraat. Wij hebben de uitnodiging onder meer binnen de UvA en in de Roetersstraatgroepsapp gedeeld.
Tijdens de co-creatie sessie zijn de straatgebruikers bezig geweest met hettekenen van hun ideale Roetersstraat. Deze tekeningen zijn op papier en op een koekje gemaakt. Met behulp van glazuur en uitleg van de tekeningen is op creatieve wijze duidelijk geworden hoe gebruikers de Roetersstraat het liefst zien. De co-creatie sessie had mede door het whats in it for them aspect (het koekje) veel bekijks. Hierdoor hebben allerlei verschillende straatgebruikers kunnen co-creëren.
Het bespreken van de kunstwerken van de ideale Roetersstraat lieten de wens van meer groen en kleur in de straat duidelijk zien. Ook het belang van verkeersveiligheid en ontmoetingsplekken kwam naar voren. In de PDF hieronder wordt onze co-creatie sessie uitgebreid besproken.
Voor de interventie hebben wij plantenbakken geplaatst op het voetpad van de Roetersstraat 15 tot en met 23.Deze plantenbakken zijn door een andere projectgroep binnen deze cursus gefaciliteerd. Dit was een duurzame oplossing voor het gebrek aan budget in ons placemakingproces. Met de interventie testten en maten wij of het plaatsen van plantenbakken in de straat bijdraagt aan de gewenste vergroening en daarmee de sociale cohesie. Dit is gemeten aan de hand van korte straatinterviews met straatgebruikers. Daarnaast hebben wij gebruik gemaakt van een likertschaal binnen onze interviews. Wij hebben gekozen voor een aanpak waarbij straatgebruikers reflecteren op hun huidige beleving van de straat en terugblikken op hun gemiddelde ervaring voorafgaand aan de interventie. Deze methode is gekozen boven een voor- en nameting, omdat wij vanwege beperkte tijd geen voldoende grote steekproef konden realiseren om betekenisvolle kwantitatieve vergelijkingen te maken tussen de groepen respondenten. De kans is groot dat de samenstelling in straatgebruikers verschilt per meting, waardoor de voor-en nameting lastig te vergelijken zijn. Door de ervaring te vangen van eendezelfde respondent ontstaat er waardevolle kwalitatieve data, namelijk de subjectieve ervaringen van straatgebruikers voor en na tijdelijke vergroening van de straat.
Uit onze theoretische analyse kwamen de volgende bevindingen: de aanwezigheid van groen op een plek moedigt de sociale interactie aan, mensen voelen zich prettiger in een groene omgeving en gaan daardoor sneller met elkaar in gesprek, de sociale verbondenheid die men voelt door groen verlaagt eenzame non-place gevoelens en bloempotten in de straat dragen bij aan sociale cohesie. Aan de hand van deze theorie hebben wij onze straatinterviews opgesteld (zie pdf). Wij hebben onze korte interviews getranscribeerd en gecodeerd.
Onze voornaamste bevinding is dat alle respondenten aangaven het groen als positieve toevoeging te ervaren. Van de negentien geïnterviewden hebben tien daarvan hun gemiddelde ervaring vóór en na het plaatsen van groen met ons gedeeld. Wij vroegen hen hoe zij zich normaal voelden in de straat op schaal van 1-10, en hoe zij zich tijdens de groeninterventie voelden op een schaal van 1-10. Het gemiddelde cijfer vóór de groeninterventie is 5.2. Het gemiddelde cijfer tijdens de groeninterventie is 7.2. De toename van 2.0 suggereert dat mensen zich prettiger voelen in de straat na het plaatsen van de plantenbakken. De theorie vertelt ons dat mensen zich in een groene omgeving prettiger voelen en daardoor sneller met elkaar in gesprek gaan, wat de sociale verbinding bevordert (Ruijsbroek et al., 2017). Deze relatie tussen vergroening en sociale cohesie kwam tevens terug in de interviews.
Voortbouwend op de resultaten van de uitgevoerde interventie, zou de gebiedsmakelaar middels een focus op vergroening de buurt kunnen verbeteren. Vele straatgebruikers gaven aan dat het groen bijdraagt aan het ervaren straatbeeld, waarbij suggesties werden gegeven over het gebruik van grotere planten en hangplanten. Door de interventie op een grotere en permanente schaal uit te voeren aan de hand van deze suggesties gaat dit in op de wens voor vergroening in de straat. Hiermee wordt het straatbeeld en de ervaren sfeer van vele straatgebruikers van de Roetersstraat verbeterd.
Daarbij zouden onze partners, De VVE, kunnen bijdragen aan de organisatie van het onderhoud van deze plantenbakken. Afgaand op de interviews die zijn uitgevoerd bij ondernemers van de Roetersstraat kan worden gesteld dat op Swapfiets na zij momenteel geen interesse hebben in het oprichten van een ondernemersvereniging. Op basis van deze bevinding zouden wij adviseren dat de VVE van de Roetersstraat hier op korte termijn geen verdere aandacht aan hoeft te besteden.