Vermindering van overlast van rookafval voor Lebkov & Sons en REC-ABC
Team
Anouk van Vugt
Student Interdisciplinaire sociale wetenschap
Demi Klaver
Student Interdisciplinaire sociale wetenschap
Duco Wijnands
Student Interdisciplinaire sociale wetenschap
Elisa Konuk
Student Interdisciplinaire sociale wetenschap
Lola Pool
Student Interdisciplinaire sociale wetenschap
Vermindering van overlast van rookafval voor Lebkov & Sons en REC-ABC
Voor het vak Placemaking hebben wij gewerkt met het vraagstuk omtrent de zwerfafvaloverlast van sigaretten rondom de Roeterseilandcampus van de Universiteit van Amsterdam. Onze partner is Bobby van der Stap, werkzaam bij UvA huisvestingsontwikkeling. Ons vraagstuk ‘Roken bij REC’ richt zich op rookoverlast in de omliggende woonwijken van REC en is onderverdeeld in twee problemen. Het eerste probleem richt zich op de ophoping van rokende studenten buiten de universiteitscampus en de ervaren overlast hiervan door buurtbewoners en voorbijgangers. Het tweede probleem houdt zich bezig met de zwerfafvaloverlast van sigaretten buiten de universiteitscampus. Uiteindelijk hebben wij in ons project gekozen om ons op één probleem te richten, namelijk het tweede probleem, aangezien zwerfafvalvermindering volgens ons de grootste zichtbare impact zal hebben op buurtbewoners en de omgeving.
Ons specifieke onderzoeksgebied is de hoek naast het ABC-REC gebouw aan de Roetersstraat bij café LebKov & Sons. In 2020 is wettelijk bepaald dat alle campussen in Nederland rookvrij moeten zijn. Ons onderzoeksgebied valt dus net binnen het grondgebied van de gemeente Amsterdam. Wij hebben dit onderzoeksgebied gekozen, omdat de locatie zich net buiten het rookvrije gebied bevindt en het de drukste, de dichtstbijzijnde en de meest aantrekkelijke locatie is voor studenten om hun sigaret te roken. Dit komt onder andere door de aanwezigheid van zon, de ontmoetingsmogelijkheid doordat de locatie zich op een hoek bevindt en de ophoping van studenten doordat de locatie zich op een centraal punt bevindt van de campus. Veel rokende studenten hopen zich hier op, evenals hun sigarettenafval.
Het vertrekpunt van ons vraagstuk is het achterhalen van de beweegredenen waarom rokers ervoor kiezen om hun sigaret niet in de dichtstbijzijnde prullenbak te gooien en om een oplossing te zoeken om de afvaloverlast in dit onderzoeksgebied effectief te verminderen door middel van het Placemaking proces. Om erachter te komen hoe wij het zwerfafval kunnen verminderen is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Welke sociaal-ruimtelijke interventies kunnen ontwikkeld worden om het probleem van zwerfafval van/door sigaretten te verminderen op de hoek bij het ABC-REC gebouw van de UvA?’.
Locatieonderzoek & Analyse
Tijdens het locatieonderzoek hebben wij ons gericht op de plek bij het REC-ABC gebouw, net voor de hoek van Lebkov & Sons. Om de gewoontes van rokende studenten en docenten in kaart te brengen, hebben wij voor onze dataverzameling gebruik gemaakt van kwalitatieve gegevens. Zo hebben wij interviews afgenomen bij de studenten en docenten, evenals participerende observatie op de locatie. Daarnaast hebben wij verschillende beleidsdocumenten gerelateerd aan onze casus onderzocht. Zo blijkt onder andere uit de beleidsdocumenten dat de wet stelt dat roken niet gefaciliteerd mag worden op schoolterreinen, waar de UvA campus ook onder valt (Web, 2024). Het niet faciliteren van roken, waaronder het niet plaatsen van asbakken en een rookverbod indienen op schoolterreinen, zou ervoor moeten zorgen dat minder leerlingen en studenten gaan roken. Deze beleidsdocumenten hebben ons meer inzicht gegeven in de regels en wetgeving omtrent roken op de campus.
Om deze reden, het niet mogen faciliteren van roken, is er op de onderzochte locatie een gebrek aan een asbak. Dat roken niet meer gefaciliteerd mag worden, zorgt er niet altijd voor dat mensen niet meer roken op een locatie (Smith & van Dalsem, 2013). Het ontbreken van een asbak, of prullenbak, zal er dus niet noodzakelijk voor zorgen dat er niet meer gerookt wordt op een bepaalde locatie. Op de onderzochte locatie roken studenten nog steeds, hierbij is het probleem ontstaan dat er veel sigarettenafval op de grond terecht komt.
Studenten geven aan uitzonderlijk gedrag op deze locatie te vertonen. Uitzonderlijk aan dit gedrag is dat zij hun sigaretten op de grond gooien, terwijl ze dit op andere locaties niet doen. Uit de interviews kwam naar voren dat dit vooral te maken had met het gebrek aan een prullenbak of asbak. Verder was het opmerkelijk dat studenten vaak dachten dat het beter was om hun sigaret in de put te gooien als alternatief voor een prullenbak. De ophopingen van sigarettenafval die hierdoor zijn ontstaan zijn zowel zichtbaar op de straat als verstopt achter verbodsborden voor fietsers en in hoeken.
De bevindingen uit het locatieonderzoek sluiten aan bij bestaande theorieën. Zo blijkt dat veel rokers zich niet bewust zijn van de milieuschade die sigaretten veroorzaken (Rath et al., 2012). Studenten wijzen het gebrek van een prullenbak aan als de oorzaak van het sigarettenafval probleem. Verder kwam er uit interviews naar voren dat studenten vaak het gedrag van anderen nadoen op deze locatie. Zo blijkt dat studenten het 'normaal' vinden om op deze plek hun sigaretten op de grond te gooien, mede door volggedrag van andere studenten die hetzelfde doen. Dit kan gekoppeld worden aan de broken windows theory, die stelt dat zichtbare wanorde, zoals afval op straat, de indruk kan wekken dat normen niet worden gehandhaafd (Wilson & Kelling, 2017). Dit kan uiteindelijk leiden tot meer vervuiling, in dit geval door meer overlast van sigarettenafval.
Volgens Reijndorp (2007) krijgen plekken een betekenis door het langdurige gebruik ervan door specifieke doelgroepen, in dit geval voornamelijk door rokende studenten. De rokende studenten lijken een eigen norm gevormd te hebben op deze plek, die volgens veldonderzoek uitzonderlijk is. Het gooien van sigaretten op de grond is de norm geworden. Deze norm kan gevormd zijn door het volggedrag van studenten, die een bepaalde route of routine tot stand heeft gebracht (Creswell, 2009). Routes en routines ontstaan ook door het langdurige gebruik van plekken. Aan ons de taak om deze routine en norm op de locatie te veranderen om op deze manier te zorgen voor vermindering van overlast van sigarettenafval.
Tijdens onze co-creatie fase zijn we in gesprek gegaan met de verschillende stakeholders. Onze stakeholders die wij naast de rokers hebben geïdentificeerd zijn Bobby van der Stap, medewerker UvA huisvestingsontwikkeling, Melvin Creemers, gebiedsmakelaar gemeente Amsterdam en Marieke Zorge, manager van LebKov & Sons. Uit het locatieonderzoek is duidelijk geworden wat de belangen en behoeftes van de rokers zijn, namelijk het faciliteren van een plek om hun sigarettenafval in kwijt te kunnen. In de co-creatiefase zijn we gaan kijken naar de belangen en behoeftes van de andere drie stakeholders en wat hun eventuele bijdrage kan zijn in het bedenken van een praktische oplossing. Om alle stakeholders te laten co-creëren om op die manier een geschikte interventie te kunnen bedenken, wilden wij een gezamenlijke co-creatie sessie laten plaatsvinden. Door de drukke agenda’s van de stakeholders is dit idee helaas niet gerealiseerd. In plaats daarvan zijn wij met elke stakeholder individueel in gesprek gegaan, waarna we alle belangrijke inzichten op een rijtje hebben gezet. Deze inzichten hebben we gepresenteerd in een gezamenlijke mail naar de stakeholders, waarbij zij toevoegingen hebben gemaakt en op elkaar hebben kunnen reageren. Op deze manier was er een mogelijkheid waarbij de stakeholders alsnog met elkaar in gesprek konden gaan. Uit de co-creatie fase bleek dat alle stakeholders belang hadden bij het plaatsen van een prullenbak om sigarettenzwerfafval op de locatie te verminderen. Zij kwamen afzonderlijk van elkaar allemaal met deze oplossing voor het probleem. In de gesprekken hebben wij achterhaald dat de gemeente Amsterdam verantwoordelijk is voor het grondgebied evenals het plaatsen van een gemeente prullenbak, maar dat LebKov & Sons ook bevoegd is om zelf een tijdelijke prullenbak te plaatsen en hiervoor ook subsidie kan aanvragen bij de gemeente. Deze inzichten en informatie hebben wij meegenomen in onze uiteindelijke interventie fase.
Onze interventie bestond uit het plaatsen van een prullenbak in het onderzoeksgebied nabij het ABC-REC gebouw, gecombineerd met een bewustwordingscampagne gericht op het verminderen van sigarettenafval. Uit ons locatieonderzoek bleek dat de grootste oorzaak van het afvalprobleem het ontbreken van een afvalvoorziening was. Rokende studenten gaven aan hun sigaret op de grond te gooien vanwege het ontbreken van een prullenbak in de directe nabijheid. Deze behoefte werd tijdens de co-creatie fase bevestigd door stakeholders, waaronder UvA huisvestingsontwikkeling, café LebKov & Sons en de gebiedsmakelaar van de gemeente Amsterdam.
Daarom hebben wij ervoor gekozen om voor onze interventie een prullenbak te plaatsen in samenwerking met LebKov & Sons. Gezien de wettelijke beperkingen omtrent het faciliteren van roken op campussen, lag de nadruk van de interventie niet op het faciliteren van roken zelf, maar op het verminderen van de afvaloverlast. Daarom besloten wij om de interventie te versterken met een bewustwordingscampagne die zichtbaar moest maken dat de nieuwe prullenbak er wél is en wél bedoeld is voor sigarettenafval. De campagne bestond uit posters met korte, activerende boodschappen die gericht zijn op gedragsverandering. De drie kernboodschappen luidden: "Zet de stap, gooi je peuk in de bak" "Zet de toon, houd het schoon" "Kies niet voor gemak, gooi jouw sigaret in de prullenbak"
Om de effectiviteit van de interventie te meten, hebben wij gewerkt met een nulmeting en een meting na implementatie. De nulmeting vond plaats nadat het gebied volledig was schoongemaakt. Drie dagen later werd het sigarettenafval op de locatie gewogen: er lag 59,6 gram aan peuken op de grond. Vervolgens werd de prullenbak geplaatst en de campagne uitgevoerd. Drie dagen daarna werd opnieuw gemeten: toen lag er nog slechts 37,5 gram aan sigarettenafval op de grond. Ook was zichtbaar te zien aan de deksel van de prullenbak dat veel rokers hun sigaretten hierop uitdrukten en vervolgens in de prullenbak gooiden.
Deze afname wijst op een duidelijk positief effect van onze interventie. De combinatie van een fysieke aanpassing van de ruimte (de prullenbak) en sociale beïnvloeding (de campagne) heeft geleid tot gedragsverandering onder gebruikers van de plek. De resultaten bevestigen dat het inspelen op zowel fysieke als sociale aspecten binnen een publieke ruimte effectief kan zijn bij het aanpakken van zwerfafvalproblematiek.
Videographic
Overdracht
Voor het vervolg van dit project adviseren wij partners en betrokkenen om door te gaan met de huidige interventie(s). Onze korte termijn interventie — het tijdelijk plaatsen van een prullenbak via LebKov & Sons — heeft geleid tot een duidelijke vermindering van sigarettenafval, gemeten via een afvalweging. Dit bewijst dat gedragsverandering mogelijk is, mits er een duidelijke fysieke voorziening aanwezig is. Onze lange termijn interventie is het verplaatsen van de gemeentelijke prullenbak van Swapfiets naar het onderzoeksgebied. Deze stap vraagt samenwerking met de gemeente Amsterdam en sluit aan bij de behoefte van studenten aan gemak en nabijheid, zoals ons locatieonderzoek aantoonde.
Daarnaast is het van belang dat het effect van de interventie wordt vergroot, door het bewustzijn rond de milieuschade van sigarettenafval verder te versterken (Rath et al., 2012). Gebruik positieve nudging om gewenst gedrag zichtbaar te maken, zoals ook succesvol is gebleken in onze interventie. Gebruik bijvoorbeeld posters met positieve boodschappen om in te zetten op positief gedrag. Ook is het van belang om gebruik te maken van de inzichten uit de broken windows theory door de locatie schoon en ordelijk te houden (Wilson & Kelling, 1982). Door het schoonhouden van de locatie zal er een nieuwe norm van netheid ontstaan en wordt er voorkomen dat negatieve gedragsnormen zich herstellen.
Met deze vervolgstappen wordt een duurzame gedragsverandering ondersteund en blijft de Roeterseilandcampus aantrekkelijk voor studenten, buurtbewoners en voorbijgangers.
Do's & Don'ts
Regelmatige korte updates, via bijvoorbeeld e-mail, worden zij op de hoogte gehouden. Hierdoor blijven zij betrokken, ook als hun agenda's vol zitten.
Wees flexibel: als iets niet loopt zoals gepland, ga dan op zoek naar creatieve alternatieven.
Plan fysieke bijeenkomsten en maak duidelijke afspraken over taken. Een goede (interne) samenwerking versnelt het proces en voorkomt misverstanden.
Ga niet te snel naar de oplossing. Placemaking draait juist om het proces van gezamenlijke ruimteontwikkeling en betekenisgeving, dus betrek de gebruikers actief bij het proces.
Verlies het placemaking-proces niet uit het oog. Ook al lijkt de oplossing simpel, probeer het proces - inleven, betrekken, proberen, doorgeven - als uitgangspunt te blijven nemen.
Verwacht niet dat partners en betrokkenen vanzelf meedoen. Soms moet je meerdere keren contact zoeken, herinneren of binnenstappen - wees daarin proactief, maar stel je ook flexibel en geduldig op.