De Roeterseilandcampus van de UvA is een levendige plek midden in Amsterdam, waar studenten, bewoners, bezoekers en werknemers samenkomen. Deze mix van gebruikers komt met uiteenlopende vervoersmiddelen, waarvan de fiets veruit de populairste is. Hoewel er (ondergrondse) fietsenstallingen zijn aangelegd, worden deze niet altijd benut.
Vooral op de hoek van de Sarphatistraat en de Roetersstraat stapelen wildgeparkeerde fietsen zich op. Deze wildgeparkeerde fietsen, die buiten de aangewezen stallingsplekken worden geplaatst, zorgen voor een rommelig straatbeeld en belemmeren de toegankelijkheid. Volgens oud-gebiedsmakelaar Laurens Hoek leggen studenten met hun fietsen een flinke druk op de toch al schaarse openbare ruimte.
Eerder onderzoek richtte zich op het aantrekkelijker maken van de fietsenstalling. Wij hebben ervoor gekozen een andere kant op te gaan: het terugdringen van wildparkeren in de openbare ruimte zelf. In samenwerking met UvA Huisvestingsontwikkeling onderzochten we, aan de hand van de placemaking-fasen, hoe de publieke ruimte rondom dit knelpunt slimmer en mensgerichter ingericht kan worden.
Analyse - Locatieonderzoek & Co-creatie fase
Om een goed beeld te krijgen van het vraagstuk rondom fietsparkeren op de Roeterseilandcampus (REC), hebben we een grondige analyse uitgevoerd. Deze fase bestond uit een locatieonderzoek op de hoek van de Roeters- en Sarphatistraat, waarbij we het gedrag van fietsers observeerden en interviews afnamen met stakeholders. Daarnaast hebben we een co-creatie sessie georganiseerd om samen met studenten mogelijke oplossingen te verkennen.
Het locatieonderzoek richtte zich op de onderliggende oorzaken van wildparkeren en het in kaart brengen van de gewoontes van fietsparkeerders rondom de UvA. We zijn begonnen met het benaderen van alle stakeholders en relevante partijen. Zo hebben we een gesprek gehad met de gebiedsmakelaar, een bijeenkomst met buurtbewoners bijgewoond die georganiseerd was vanuit de UvA, een enquête uitgestuurd en op straat mensen benaderd. Hieruit kwamen de volgende belangrijke inzichten: 1) Focusverschuiving is essentieel: Wildparkeren is niet alleen een kwestie van ontbrekende infrastructuur, maar ook van gedrag, cultuur en logica. 2) 'Goed' geparkeerde fietsen zijn ook onderdeel van het probleem: De aangewezen plekken zijn om 08:15 al vol, waardoor andere fietsen alsnog buiten de rekken belanden. 3) De ruimte is te klein voor alle functies: De hoek heeft ook een sociale functie ontmoetingen, gesprekken, rust. Deze botst met fietsparkeren. 4) De fietskelder wordt al goed benut: Uit 'snelstickeren' blijkt dat studenten deze kennen en gebruiken, maar deze raakt ook snel vol. 5) Campuscultuur wordt individualistischer: Dit maakt gedeeld gebruik van openbare ruimte lastiger. Daarnaast bleek uit observaties dat fout geparkeerde fietsen vaak maar kort blijven staan en dat studenten tijd de belangrijkste factor vinden bij hun parkeerkeuze.
Een belangrijke aanvulling op de gedragsmatige analyse van het fietsparkeren komt uit het werk van Reijndorp en Reinders (2010). Zij introduceren het idee dat mensen zich plekken toe-eigenen op basis van hun dagelijkse routes, gewoontes en ervaringen, zelfs wanneer dat betekent dat ze regels of fysieke structuren negeren. Dit helpt verklaren waarom studenten hun fietsen juist parkeren op plekken die het meest logisch zijn binnen hun bewegingspatroon, ook als die plekken formeel niet zijn ingericht als fietsparkeerlocaties. Daarnaast sluit de situatie aan bij de inzichten uit de Broken Windows Theory van Kelling en Wilson (1982). Deze theorie stelt dat zichtbare vormen van wanorde, zoals rommelige fietsophopingen of fout geparkeerde fietsen, bijdragen aan een bredere normvervaging en uiteindelijk meer ongewenst gedrag uitlokken. Wanneer een ruimte ongeorganiseerd en ongecontroleerd oogt, krijgen gebruikers impliciet het signaal dat ‘alles kan’, wat de drempel verlaagt om de regels te negeren of geen verantwoordelijkheid te nemen voor het collectief gebruik van de plek. Door de ruimte opnieuw in te richten kan een nieuwe norm gecommuniceerd worden die gewenst gedrag stimuleert en bijdraagt aan een positievere beleving van de plek.
Alle bevindingen zijn visueel samengebracht in de infographic hieronder.
Infographic
Op basis van bovenstaande inzichten werd een co-creatiesessie georganiseerd met studenten. Wij organiseerde de bijeenkomst met de vraag 'Hoe kunnen we de openbare ruimte rondom het fietsparkeren bij de UvA herinrichten, zodat deze voldoet aan de wensen van verschillende gebruikers?'. Op basis van de ‘streetlab session’ hebben we eerst de 'as is' in kaart gebruikt om vervolgens te gaan denken over de toekomstige 'to be' situatie (Stegeman, Van Dijk & Raijmakers, 2020). Tijdens de sessie werd ook de 'Keep, Kill, Add' methode gebruikt om over de plek na te denken. Ook was er een oefening waarbij een blaadje rondging en mensen op elkaars ideeën moesten voortbouwen. Op basis van de ideeën en inzichten van de co-creatie sessie hebben wij drie verschillende interventies ontwikkeld.
De Buurthoek: Dit idee richt zich op het transformeren van de straathoek tot een ontmoetingsplek. Het doel is om een aangenamere plek te creëren waar mensen samenkomen, wat kan bijdragen aan een gevoel van gemeenschap en tevens de sociale functie van de ruimte versterkt. Door de plek betekenisvoller te maken, wordt het risico op ongewenst gedrag, zoals hinderlijk parkeren, mogelijk verminderd. Daarnaast kan deze transformatie normversterkend werken: een verzorgde, sociaal actieve ruimte ontmoedigt normoverschrijdend gedrag. Dit principe ligt ook ten grondslag aan de Broken Windows Theory (Kelling & Wilson, 1982).
Kleur Vlakken: Deze interventie stelt voor om kleurgebruik, vakken en tekeningen op de stoep aan te brengen. Dit zou moeten helpen om het gebruik van de ruimte te structureren en aan te geven hoe deze het best gebruikt kan worden, met name met betrekking tot het fietsparkeren. Deze vorm van nudging speelt in op het onbewuste gedrag van mensen en kan helpen bij het structureren van de ruimte zonder repressieve maatregelen (Thaler & Sunstein, 2008).
Fiets Opzij, Buurt Blij: Deze interventie is gericht op het positief aanmoedigen van goed gedrag. Het idee is om door middel van briefjes aan fietsen mensen op een vriendelijke manier te stimuleren om hun fietsen op een correcte manier te parkeren, zodat de buurt hier zo min mogelijk hinder van ondervindt. Uit gedragsinzichten van sociale psychologie blijkt dat het aanspreken van sociale normen en verantwoordelijkheidsgevoel vaak beter wekt dan formele sancties (Cialdini & Goldstein, 2004).
Uiteindelijk hebben we gekozen voor "De Buurthoek": een herinrichting op van de hoek Roeters– en Sarphatistraat, bedoeld om deze non-place te transformeren tot een levendige, groene ontmoetingsplek. De interventie zet in op het versterken van de sociale functie van de plek, door deze niet langer uitsluitend als fietsparkeerplaats te gebruiken, maar ook als ruimte voor ontmoeting, interactie en ontspanning.
Uit de analyse van de huidige situatie bleek dat studenten de plek nu ervaren als te druk en te klein om er echt tot rust te komen of met anderen af te spreken. Tegelijkertijd vindt er wél informele sociale interactie plaats, wat wijst op een onderbenutte potentie. De Buurthoek wil de spanningen tussen praktische en sociale functies omzetten in een synergetische ruimte: functioneel én sociaal waardevol. Het ontwerp beoogt vier doelstellingen: 1) Versterken van sociale cohesie door ruimte te bieden aan ontmoeting tussen studenten, buurtbewoners en passanten 2) Verhogen van ruimtelijke kwaliteit via groen, zitplekken en een verbeterde inrichting 3) Balanceren van functies door parkeren en verblijven slim te integreren 4) Stimuleren van eigenaarschap door een herkenbare plek te creëren waar mensen zich mee verbonden voelen.
Theoretische Onderbouwing De interventie "De Buurthoek" is gestoeld op inzichten uit de sociaal-ruimtelijke theorie. De onderstaande theoretische kaders vormen het fundament voor deze interventie:
Sociale betekenis van straathoeken: William H. Whyte (1980) benadrukte in zijn observaties van stedelijke ruimten het belang van straathoeken als knooppunten van sociale interactie. Volgens Whyte zijn dit plekken waar mensen op natuurlijke wijze samenkomen, wachten, observeren en gesprekken aangaan. Het inrichten van de hoek als Buurthoek sluit hierbij aan door de hoek bewust vorm te geven als ruimte voor informeel sociaal contact.
Sense of place: Het concept 'sense of place', zoals besproken door Cresswell (2009), verwijst naar de manier waarop mensen betekenis toekennen aan een specifieke locatie op basis van ervaring, symboliek en sociale interactie. Door de hoek in te richten met elementen die uitnodigen tot verblijf zoals zitgelegenheid of groen draagt de Buurthoek bij aan het versterken van de emotionele connectie van gebruikers met hun omgeving.
Transformatie van non-places naar meaningful places - Marc Augé (1995) introduceerde het begrip 'non-place' om te verwijzen naar functionele maar sociaal betekenisloze ruimten zoals parkeerplaatsen, luchthavens en snelwegen. De huidige hoek kan als zodanig worden getypeerd: een plek die men gebruikt, maar niet beleeft. De interventie wil deze anonieme doorstroomplek transformeren naar een plek met identiteit, betekenis en sociale waarde.
Resultaten
De interventie van de herinrichting van de hoek werd zowel kwantitatief als kwalitatief getest. Zo zijn er metingen gedaan en is er gekeken naar de bewegingen en ervaringen van gebruikers.
Er zijn twee nulmetingen en een interventie meting uitgevoerd. De nulmetingen doelden op het vastleggen van het aantal geplaatste fietsen en scooters in een normale situatie. Tijdens alle drie metingen werd om 09.00 uur (ochtend) en 13.00 uur (middag) geteld. Het aantal geplaatste fietsen en scooters is verder ook gedocumenteerd in timelapses van deze 3 metingen die terug te zien zijn in de videographic. In de ochtend stonden er steeds geen tot weinig fietsen of scooters, terwijl er in de middag structureel meer voertuigen geplaatst waren. Zo werden tijdens de eerste nulmeting aan het einde van 36 verkeerd geplaatste fietsen geteld. Tijdens de interventiemeting werden tijdens de nameting om 13.00 slechts 16 foutgeparkeerde fietsen en 2 scooters geteld.
Naast de tellingen werd geobserveerd en gevraagd hoe voorbijgangers en buurtbewoners de interventie ondervonden. Veel mensen lazen de borden die geplaatst waren bij het groen. Sommige mensen probeerden alsnog hun fiets naast het groen te plaatsen, waarbij vooral opviel dat mensen dit voornamelijk deden op stukken waar al andere fietsen of scooters stonden. Meerdere mensen uitten zich positief: “Mooi, heel mooi. Ik hoop dat het zo blijft.” of “Wat een mooi werk, stuk beter dan de fietsen ernaast.” Een student zei: “Er moet meer groen komen in de stad.”
Verder viel op dat gebruikers van deelscooters aangeven dat het tegengaan van scooter parkeren op deze plek mogelijk is door het verhuurbedrijf te vragen de parkeerzones aan te passen. Door deze locatie buiten de aangewezen parkeerzones te plaatsen, kunnen de (wild) geparkeerde scooters worden voorkomen. Dit zou in samenwerking met de aanbieders een mogelijke vervolgstap zijn.
Hoewel het wildparkeren niet volledig werd voorkomen, leidde de interventie zichtbaar tot vermindering van geparkeerde fietsen én voor waardering vanuit de buurt.
Videographic
Bekijk hier ons process van begin to eind!
Overdracht
De interventie "De Buurthoek" is meer dan een ruimtelijke ingreep. Het is een sociaal-ruimtelijk statement dat uitdrukking geeft aan het belang van betekenisvolle ontmoetingsplekken in de stad. Het beantwoordt aan zowel praktische als emotionele behoeften van gebruikers en is stevig verankerd in theorieën over stedelijke beleving, sociale interactie en plaatsgebondenheid. Daarmee vormt het een waardevol voorbeeld van hoe co-creatie en theoriegestuurde stadsontwikkeling elkaar kunnen versterken. Om verder te bouwen op dit onderzoek, vergaarde kennis en interventie hebben wij de webpagina zo goed mogelijk ingericht en verzorgd van de benodigde informatie. Afsluitend reflecteren we op een aantal tekortkomingen van ons project met daarbij aanbevelingen voor toekomstige groepen.
Gebrek aan ruimtelijke data en technische haalbaarheidstoetsing De interventie is voornamelijk gebaseerd op observaties en kwalitatieve data. Er is geen diepgaande ruimtelijke analyse gedaan (zoals loopstromen, zichtlijnen, toegankelijkheid), noch zijn er technische randvoorwaarden voor lange termijn volledig onderzocht.
Verdiepen de betrokkenheid van stakeholders De initiële gesprekken met belanghebbenden, zoals buurtbewoners, de gebiedsmakelaar en de UvA, hebben waardevolle inzichten opgeleverd. Om draagvlak te vergroten, is het belangrijk om deze stakeholders actief te blijven betrekken in het proces. Wees daarbij op tijd met het versturen van mails en communicatie. Houd er rekening mee dat antwoord meerdere dagen kan duren.
Do's & Don'ts
Betrek stakeholders vroeg én actief (op straat, via mail, via netwerk)
Documenteer goed: voor, tijdens én na. Foto’s, quotes, metingen en reflecties maken impact inzichtelijk.
Gebruik visuele middelen (stoepkrijt, posters) om gedrag te sturen.
Zorg voor balans tussen sturing en vrijheid. Bied richting, maar laat ruimte voor gebruikers om de plek eigen te maken.
Ga niet uit van één type gebruiker. Denk aan studenten, personeel, bewoners en voorbijgangers. Die gebruiken de plek allemaal anders
Vergeet niet de sociale functie van een plek mee te nemen in ontwerpkeuzes.
Veronderstel niet dat mensen bewust ongewenst gedrag vertonen. Vaak speelt onwetendheid of gemak een grotere rol dan onwil.
Ga niet alleen uit van esthetiek. Een mooie plek is niet automatisch functioneel of uitnodigend tot gewenst gedrag.